Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Wet op het consumentenkrediet

 

Artikel 45
1
Indien de leverancier van een roerende zaak of een dienst waarop een krediettransactie als bedoeld in artikel 1, onder a, sub 3°, betrekking heeft, jegens de kredietnemer tekortschiet in de nakoming van zijn verbintenis, is de kredietnemer jegens de kredietgever bevoegd op dezelfde voet de nakoming van zijn verplichtingen uit die transactie op te schorten als hij zou zijn indien het een transactie als bedoeld in artikel 1, onder a, sub 2°, betrof, indien:
a
de kredietnemer het krediet heeft verkregen krachtens een voordien tussen de kredietgever en de leverancier tot stand gekomen overeenkomst op grond waarvan uitsluitend door die kredietgever aan een wederpartij van die leverancier krediet wordt verstrekt, en
b
de kredietnemer van de leverancier schriftelijk nakoming van diens verbintenis heeft verlangd en de leverancier in gebreke is gebleven daaraan te voldoen.
2
De in het eerste lid bedoelde bevoegdheid vervalt zodra de leverancier zijn verbintenis volledig aan de kredietnemer heeft voldaan of voor de voldoening van die verbintenis zekerheid is gesteld.
3
Indien op grond van de in het eerste lid, onder b, bedoelde niet-nakoming de overeenkomst tussen de kredietnemer en de leverancier wordt ontbonden, kan de kredietnemer de vordering die hij op de voet van het tweede lid van artikel 44 heeft jegens de leverancier, geldend maken jegens de kredietgever. Het bepaalde in het eerste lid, onder b, is van overeenkomstige toepassing, tenzij de ontbinding van de overeenkomst geschiedt in verband met het faillissement van de leverancier of de toepassing ten aanzien van de leverancier van de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen.
4
Dit artikel is niet van toepassing op een krediettransactie waarbij de kredietsom minder dan € 200 bedraagt. Het in de vorige volzin genoemde bedrag kan in verband met geldontwaarding, dan wel in verband met een herziening van bedragen als bedoeld in artikel 13, tweede lid, van de richtlijn bij algemene maatregel van bestuur worden aangepast. Een aldus bij algemene maatregel van bestuur vastgesteld bedrag treedt in de plaats van het in de eerste volzin genoemde bedrag.
5
Van de bepalingen van dit artikel kan door partijen slechts ten voordele van de kredietnemer worden afgeweken.


Jurisprudentie bij dit artikel

  • Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.

  • Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.
  •